Verdediging
PITCHING
Normaal gesproken zal in het team de beste atleet de belangrijkste pitcher zijn. Het is een zaak om de best gecoördineerde kinderen eruit te zoeken en deze het op de plaat te laten proberen. Op deze leeftijd is lengte een belangrijke factor. Hoe groter een jongen, hoe moeilijker het is om hem goed te leren werpen. Lichtgebouwde jongens, vooral de fanatieke, lopen het gevaar hun arm te vergooien, omdat ze harder willen gooien dan hun lichaam dit toelaat. Maar het doorslaggevende argument is de controle, die de jonge pitcher heeft. De Dodgers lieten Sandy Koufax zes seizoenen lang in hun team, voordat hij een winnende pitcher werd. Maar de zomers van een kind zijn kort en de tijd gaat snel. Het is mogelijk, dat men een kanonskogelpitcher genoeg controle kan geven, zodat hij een effectieve pitcher kan worden voordat het seizoen om is. De nadruk op controle is klassiek en dateert van de laatste woorden van een manager, die op zijn sterfbed sprak: wideballen gooien, hebben me gedood. Een 4-wijd gooien doet een jeugdteam pijn. Een coach zal er voor willen zorgen, dat de tegenstanders slaan en stoten op slagballen, erop hopend, dat het andere team niet zoveel geoefend heeft op het slaan, als zijn team. De volgende fundamentele beginselen helpen de pitcher zijn werpkracht en controle te vergroten:
Mentaliteit.
Als eerste moet hij met het basis idee van start gaan ‚ zorg dat de bal over de plaat gaat. Een rechtshandige pitcher moet met zijn gezicht recht naar de thuisplaat staan, zijn rechtervoet schuin over het rubber en zijn linkervoet iets daarachter, beide handen ter hoogte van de navel, ogen voortdurend gericht op de catcherhandschoen. Vanuit die positie moet hij zijn pitch maken, vastbesloten om een slagbal te gooien.
Zet je sterk af.
Zo kan een jeugdige met weinig kracht en goede controle harder werpen. Iemand die reeds hard gooit, zal als hij gebruik makt van de werpplaat een rookspoor achterlaten. Daarom ligt het er ook, om de pitcher een goede en stevige ondergrond te geven, die hij nodig heeft om zijn lichaam, arm en de bal te controleren. GEBRUIK HET. Voor een rechtshandige zal de kracht in zijn rechterbeen, terwijl hij afzet, net zoveel betekenen als zijn rechterarm bij het gooien van zijn fastball. Deze beensterkte is zo belangrijk, dat en pitchers, als ze niet hoeven te werpen, in het outfield ziet lopen, dat tezamen met het opbouwen van de conditie.
Stap in de handschoen van de catcher.
Geen enkele pitcher kan slagballen gooien, als zijn voorvoet niet in de lijn van de thuisplaat staat. Het kan nodig zijn om de pitcher zelf naar zijn voet te laten kijken, als deze op de grond gezet wordt.
Doorzwaaien.
Het lichaam moet meekomen met de armbeweging. Dit lijkt elementair, maar teveel jongens willen pitchen met de hele arm, daarbij uit het oog verliezend om de schouder en de heup en het bovenlichaam met de worp mee te bewegen. Voor een tijdje kan dat wel effectief zijn, maar later beroofd het ze van hun beste fastball.
Gooi nooit een curveball.
Er is absoluut geen reden, waarom een speler onder de 16 zelfs maar zou proberen om een curveball te gooien. Er is voldoende medisch bewijs, dat dit schadelijk is voor het kwetsbare en groeiende ellebooggewricht. Er is een gemakkelijke vervanger voor de curve, die hetzelfde beoogd zonder risico, n.l.:
De beginnende change.
Zelfs jonge slagmensen zullen al gauw de bal een eind wegslaan, als er voortdurend fastballs geworpen worden. Het antwoord hierop: een in snelheid wisselende pitch. Deze moet gebruikt worden tegen de beste slagmensen van de tegenpartij. Een mindere slagman zal het prachtig vinden, indien de bal gegooid wordt met een snelheid, die hij aankan. De change wordt gegooid met de bal achter in de palm van de hand. Alleen de bal is te groot voor deze kinderhanden. Het zelfde effect kan men bereiken door de bal met de eerste 3 vingers te pakken, zover in de hand als mogelijk, dezelfde beweging maken als zou men een fastball gooien en dan kracht verminderen op het moment, dat de bal wordt losgelaten of al eerder. Ieder kind zal die stijl beoefenen die hem het meest bevalt. Het punt is om 15 ‚ 20 % snelheid van de bal te halen. Geen 50 %. Een te langzame change houdt in, dat de slagman zijn timing nog kan herzien.
Dagelijks oefenen.
Pitchers moeten een half uur trainen met een catcher, of het nu de teamtraining is of in de achtertuin met hun vader, broertje of buurjongetje, het liefst iedere dag. Er is een simpele regel, die de basis vormt voor elke pitchertraining: De pitcher moet eerst 2 slagballen gooien, voordat hij een ander soort bal mag gooien. Misschien wil hij wel experimenteren met een side-arm crossfire, of met een submarine-pitch, of zijn versie van een knuckle-ball. Dat is best. Maar eerst moet hij 2 slagballen gegooid hebben.