Outfield
Outfield Practice
Voor de wedstrijd
- Eerst heel goed losgooien
- Bekijk de stand van de zon
- Hoe is de windrichting
- Lengte gras, bal snel, langzaam
- Zijn er obstakels, hoe is het hek
Veldopstelling
- Line up
- Eventueel met dubbele posities
- De 1e honkman moet shaken bij de coach
- Starting pitcher test heuvel uit met starting catcher, tot moment de aangooi naar thuis gaat
- Bullpen catcher doet mee als extra man in outfield practice en neemt daarna de pitcher over
- Outfield krijgt ballen met fungo geslagen over een normale afstand bij werpheuvel, zowel hoog als laag
- Per speler steeds meerdere ballen achter elkaar
- Aangooi op de honken
- Hard, laag, overhands en eventueel met een stuit, als je dit in een keer kan
- Hit the relay-man
Bij aangooien op thuis of 3e honk door outfield:
- positie innemen
- eventueel een relay opzetten
- cutoff, indien opdracht, behalve op thuis
Schema serie outfield
De coach slaat een fungohit (fh) naar
- fh – 9 – 4- 6- 5- 2- 3
- fh – 8 – 4/6- 6/4- 5- 2- 3
- fh – 7 – 6- 4- 5- 2- 3
- fh – 9 – 4- 5- 2- 3
- fh – 8 – 4/6- 5- 2- 3
- fh – 7 – 6- 5- 2- 3
- fh – 9 – 4- 3- 2
- fh – 8 – 4/6- 3 – 2
- fh – 7 – 6- 3- 2
Vervolgens vanaf de zijkant voorbij het 1e of 2e honk met de fungo hoge ballen, het teruggooien op de juiste wijze naar coach.